Joseph, Anne en hun dochter Renée zijn jagers in de wildernis. Het zijn moeilijke tijden omdat hun prooi steeds wordt weggekaapt door een zwervende alfawolf die ook jacht maakt op de jagersfamilie zelf. Joseph trekt de wildernis in om de dodelijke jager op te sporen en uit te schakelen. Maar wanneer hij het hol van z'n prooi vindt doet hij een gruwelijke ontdekking. De vijand blijkt veel gevaarlijker, sadistischer en dodelijker te zijn dan hij ooit had kunnen vermoeden. Joseph, Anne en Renée moeten al hun jagersinstincten aanwenden en met gelijke middelen terugvechten om een onbeschrijfelijk kwaad te overleven.