Een vierkoppig gezin rijdt door een prachtig desolaat Iraans landschap. Een vader liggend met zijn been in het gips, een moeder die door haar tranen heen lacht, een jong kind dat als vuurwerk door het voertuig stuitert. En een volwassen zoon die niets zegt, zijn ogen op de weg gericht. Het is al snel duidelijk dat dit niet een gewoon uitstapje is maar een afscheidsreis, waarbij gedurende de trip het gezin zich vastklampt aan herinneringen van het verleden, worstelt met angsten voor het onbekende en zich zorgen maakt om de zieke hond.